Op huijden den xxen Januarij a[nn]o xvi viertich
Compareerde voor mij, Jacobo Westfrisio, openbare Notaris bij den Hove van Hollandt geadmitteert 't Amsterdam residerende, ter p[rese]ntie vande getuijgen naergenoemt, Hendrick Oulenborgh, Coopman van Schildereijen en[de] kunst Stucken, woonende binnen deser stede, mij Notario bekent, ende bekende, dat die Eersame Jan en[de] Pieter Hooft, Pieter Beltens, Jan Carels wegen Jasper Tongerlo, Claes Moijert, Sijmen die Vlieger, Johannes Staveren, Jacob de Wet, Johan Coelenbier, Wijbrandt Claessen, Jacob Hero, Nicolaes van Bambeeck, Claes Aerents van Neerden, Lambert Jacobs Erffgenamen Jan Jansen Treck, die wedewe van Jacob Liewen en[de] die wedewe van Pieter Denijn, hem eene goede somma van penningen tot beneficie en[de] bevoorderinge van sijne neringe en[de] handel hadden gecrediteert ende verstrekt waermede hij seide dat hem vanden voorn[oemde] sijne Crediteuren eenen goeden dienst en[de] gerijff was gedaen,
Ende deshalven geneigen sijnde die voors[chreven] sijne Crediteuren gerust te stellen int regard vande bevrijdinge van haerl[uijder] achterwesen,
Heeft hij Comparant aen deselve sijne Crediteuren nae rato van een ijeders achterwesen en[de] tot desselffs verseeckeringe, als een speciael pandt ofte Hipoteecq bij desen getransporteert sijnen gehielen Winckel van Schildereijen en[de] kunsten, mit allen die middelen van uijtstaende schulden ofte Crediten van dien egene uijtgesondert, soo die nue sijn, en[de] naemaels bij verteringe ende handelinge door hem Comparant te geschieden als voor desen sullen komen te wesen,
Waer aen die voors[chreven]. sijne Crediteuren in Cas van swaericheit 't ontstaen (alsmen verhoopt neen) haer verhael en[de] Indemniteit sullen mogen bekomen,
Gevende dieselve sijne Crediteuren tsamen en[de] een ijeder besonders bij desen vollenkomen ende onwederroeplijcke macht en[de] authoriteit omme sulx te mogen doen en[de] oock omme 't allen tijden tot haarl[uijder] vasticheijt en[de] verseeckeringe, soo wanneer het henluiden goet duncken sal ofte voor swaericheit beduchtende sijn, die voors[chreven] Schildereijen kunsten en[de] Boecken vandien daetel[ijck] aen haer te mogen nemen, ende daermede te doen, als offse henl[uijden] eijgentl[ijck] toe quamen soo int beneficieren van die selve Schildereijen en[de] kunsten als ontfangen van die schulden, sonder eenich rechts voorderinge daertoe te moeten gebruijcken, ende sonder dat hij Comparant ofte Iemant uijt sijnen naeme, daertegens sal mogen spreecken ofte opposeren, in eeniger manieren,
Sullende hij Comparant mitzdien soo lange als die voors[chreven] sijne Crediteuren van hem niet ten vollen betaelt sijn, die voors[chreven] effecten en[de] middelen vandien, precario en[de] als uijtten naeme van henl[uijden], besitten, possideren en[de] gebruijcken, omme hem selffs daermede te generen, onvermindert nochtans en[de] met reservatie vande voors[chreven] Crediteuren gerechticheit hiervoren, bij desen verKregen, hiervoren bovendien oock verbindende sijne p[er]soon en[de] allen anderen sijne goederen, actien ende Crediten, geene uijtgesondert, deselve stellende voor die voors[chreven] Indemniteit tot bedwanck van allen Rechten en[de] Rechteren,
Voortz Compareerde mede voor mij Notaris en[de] denselven getuijgen Pieter Gerrijtzen Hooft voorn[oemd], en[de] verclaerde desen transporte soo voor hem selven, alsmede inden name van allen d'anderen hier vooren genom[m]ineerde Crediteuren te accepteren.
Alles ter goeder trouwen Consenterende hij Comparant bij mij Notario hierov[er] gemaeckt, en[de] gelevert te worden dient behoort Acte openbaar in forma.
Aldus gedaen ten comptoire mijns Notarijter p[rese]ntie van Jan Jacobs en[de] Pieter Elberts van der Graft getuijgen hiertoe special[ijck] versocht a[nn]o ende die u[t] s[upra] hendrick ulenborch Pieter Gerridsz Hooft. J Jacobsen Pieter Elbertsen vander Graft W[est] frisius Not[aris] Publ[ijck] 't ontstaen (alsmen verhoopt neen) haer verhael ende indemniteit sullen mogen bekomen,
Gevende dieselvesijne crediteuren tsamen ende een ijeder besonders bij desen vollenkomen ende onwederroeplijcke macht ende authoriteit omme sulx te mogen doen ende oock omme 't allen tijden tot haarluijder vasticheijt ende verseeckeringe, soo wanneer het henluiden goet duncken sal ofte voor swaericheit beduchtende sijn, die voorschreven schildereijen kunsten ende boec vandien daetelijck aen haer te mogen nemen, ende daermede te doen, als offse henluijden eijgentlijck to quamen soo int beneficieren van die selve schildereijen ende kunsten als ontfangen van die schulden, sonder eenich rechts voorderinge daertoe te moeten gebruijcken, ende sonder dat hij comparant ofte iemant uijt sijnen naeme, daertegens sal mogen spreecken ofte opposeren, in eeniger manieren, sullende hij comparant mitzdien soo lange als die voorschreven sijne crediteuren van hem niet ten vollen betaelt sijn, die voorschreven effecten ende middelen vandien, precario ende als uijtten naeme van henluijden, besitten, possideren ende gebruijcken, omme hem selffs daermede te generen, onver mindert nochtans ende met reservatie vande voorschreven crediteuren gerechticheit hiervoren, bij desen verkregen, hiervoren bovendien oock verbindende sijne persoon ende allen anderen sijne goederen, actien ende crediten, geene uijtgesondert, deselve stellende voor die voorschreven indemniteit tot bedwanck van allen rechten ende rechteren,
Voortz compareerde mede voor mij notaris ende denselven getuijgen Pieter Gerrijtzen Hooft voornoemd, ende verclaerde desen transporte soo voor hem selven, alsmede inden name van allen d'anderen hier vooren genommineerde crediteuren te accepteren.
Alles ter goeder trouwen consenterende hij comparant bij mij notario hierover gemaeckt. ende gelevert te worden dient behoort acte openbaar in forma.
Aldus gedaen ten comptoire mijns notarij ter presentie van Jan Jacobs ende Pieter Elberts van der Graft getuijgen hiertoe specialijck versocht anno ende die ut supra Hendrick Ulenborch, Pieter Gerridsz Hooft. J. Jacobsen, Pieter Elbertsen vander Graft west frisius notaris publijck.
Bron: Archief Amsterdam.