Amsterdam, 1 februari 1653.
Sr. Rembrandt Hermansz van Rijn is schuldich over cooppenningen vant huijs hem vercoft gulden 7000.-
Voor drij jaren en drij maenden verschenen intres van gemelde seevenduijsent gulden a 5 ten 100 1137.10
Voor het geen sijnentwegen heb wtgestreckt: den halven 40en penning betaelt gulden 162.10, den halven 80en pennning 81.5, voor stats ende secretarijes ongelden 3.3, noch over reste van 8en penning voor de jaeren 1651.1652. betaelt 86.8, (subtotaal) gulden 333.6
(Totaal) guldens 8470.16 segge achduijsent vierhondert seventich gulden 16 stuijvers
(Opgemaakt door) Christoffel Thijs
Bron: Archief Amsterdam.